nachtleven

Naar de snackbar in het holst van de nacht: ‘Als je hier niks meemaakt, dan heb je niet opgelet’

null Beeld Elki Boerdam
Beeld Elki Boerdam

In een serie artikelen onderzoekt de Volkskrant het belang van de clubcultuur en het nachtleven. Aflevering 5: waarom het óók bij een gezond uitgaansleven hoort in de snackbar te belanden, aan het einde van een stapavond.

Corto Blommaert en Gidi Heesakkers

In snackbar De Hoek zit zaterdagnacht een jonge vrouw met lang, krullend haar in haar eentje aan een tafel. Ze heeft haar handen voor haar gezicht gevouwen, alsof ze aan het huilen is. In de primitieve chaos om haar heen wordt in groepjes geroepen, gegeten, gevroten, op bestellingen gewacht. Dan ineens stroomt er braaksel uit haar mond, in romige golven, door haar vingers, in dat lange krullende haar, in de mouwen van haar jas en op het tafeltje. Achter haar staat een gast te zwaaien met twee frikandellen. Hij heeft niets in de gaten.

Ze zit daar nog een paar minuten. Dan staat ze op en loopt ze naar buiten, langs de muur met levensgenietersgeboden in een krijtbordlettertype. ‘Gemak dient de mens’, staat er. ‘Eat, drink and enjoy.’ En: ‘Geniet vandaag, herhaal het morgen.’

Kippenvleugels kieperen

Restaria De Hoek zit sinds 1985 op deze plek, een hoek aan het begin van de Eindhovense uitgaansstraat Stratumseind – of aan het einde, het is maar net vanaf welke kant je komt. Het is zo’n roezemoezige tent die mettertijd een begrip is geworden, en die in het weekend even laat sluit als de meeste cafés in de straat: om vier uur ’s nachts. Hier komt iedereen samen die nog niet genoeg heeft gehad, of juist te veel. ‘Altijd goed als je flink gezopen hebt’, aldus een veelzeggende Google-recensie.

De Hoek is een maat groter dan de gemiddelde snackbar, met aan de grond vastgeschroefd meubilair, kleine tv’s die geluidloos videoclips afspelen, felle plafondverlichting, een plompverloren pinautomaat, wc’s met een onverbiddelijke toiletjuffrouw en een lange counter waaraan vannacht aan de lopende band pizza’s, frietjes, kapsalons en dönerrollen worden klaargemaakt. Om de zoveel tijd kiepert een van de medewerkers een nieuwe lading gefrituurde kippenvleugels in een warmhoudvitrine.

LUISTER NAAR V’S RADIO-DANCECOLLEGE

Bij de vorige afleveringen van deze serie over het nachtleven verzamelde de Volkskrant de fijnste plaatjes uit het artikel van de week en praatte ze op Pinguin Radio aan elkaar met een smakelijk college over de muziek in kwestie. Deze muziekcolleges over de voortdurende wedergeboorte van cool, over rocken op de dansvloer, over hoe het nachtleven de popmuziek voorgoed veranderde door op de dansvloer de remix uit te vinden, en over hoe acidhouse in 1988 een nieuwe hedonistische tijdgeest inluidde kunt u online terugluisteren. Of luister de bijbehorende Spotify-playlists.

Het is een vijfsterrenrestaurant voor wie de absurde ernst van eten na het uitgaan wil beschrijven en het eten zelf daarbij even buiten beschouwing laat – al is er niks mis met de dikke frieten die De Hoek bakt, dat moet wel even gezegd. Kijk je nuchter naar de zaak, met amateur-antropologische zin om méér te zien in de aangeschoten figuren die hier simpelweg hun honger stillen, dan kun je het krijgen ook.

Zie De Hoek als een ‘theater van het vreten’ – vrij naar het Theater van de Wreedheid van de Franse toneelvernieuwer Antonin Artaud (1896-1948). In de jaren dertig schreef hij een reeks essays en manifesten waarin hij een nieuwe soort theater voorstelt dat radicaal breekt met het klassieke spel van een acteur die op een podium een tekst voordraagt voor een toekijkend publiek. Voortaan moesten toeschouwers worden ondergedompeld in een zintuiglijke totaalervaring, terug naar de pure oergevoelens. Theater – lees: eten na het uitgaan – zou gevaarlijk moeten zijn, het liefst zo gevaarlijk als de pest.

Artauds theater wordt door critici als ‘onmogelijk theater’ gezien – zo vervalt de mens uiteindelijk altijd in getheoretiseer. Bovendien vonden ze dat die vergelijking met de pest wel wat overdreven was. Waren de critici deze zaterdagavond maar in De Hoek geweest, kort nadat de wereld twee jaar af en aan in lockdown verkeerde.

Onderkaak als een mondharmonica

Een uur of twee voor de stille spuugscène zit dezelfde jonge vrouw met lang, krullend haar aan een ander tafeltje. Terwijl zij en de vriendin naast haar hun hoofden op het tafelblad leggen tegen de draaierigheid, vraagt een bezwete man op luide toon of alles wel goed gaat. Zijn onderkaak schuift als een mondharmonica, ondertussen tuurt hij met moeite door zijn bovenste oogleden. Geen reactie.

Naast de vrouwen zit een wat ouder stel rustig een tafel vol snacks en friet weg te werken. De man kijkt soms op van zijn bakje om te zien hoe de vlag erbij hangt bij de buren. Net als hij zijn blik van ze afwendt, klettert een lading overgeefsel naast zijn schoenen. Zijn partner staat kalm op, waarschuwt een medewerker en neemt weer plaats. Niet veel later vindt er een decorwissel plaats en schuift er een nieuw luidruchtig gezelschap aan, alsof er nooit iets eetlustbedervends gebeurd is.

‘Je moet er maar zin in hebben, al die zatte mensen helpen.’ Een man van 22 uit Weert spreekt zijn bewondering uit voor het personeel van De Hoek. Hij zit er met twee vrienden, die ook wel een eervolle taak zien in het uitbaten van een cafetaria waar alles en iedereen in de nacht naartoe wordt gezogen. De Hoek is volgens hen de Eindhovense variant van ‘hun’ eigen lokale snackbar Jimmy’s, ‘ook zo’n cultureel centrum’, hoewel ze het daar vaak in ‘nog meer chaos’ hebben zien ontaarden.

Ze zijn vandaag naar Dagcollege geweest, een technofestival in Het Klokgebouw, en blij dat ze eindelijk zitten. Een van hen heeft tot halverwege de avond in zijn notitie-app bijgehouden hoe laat hij stukjes xtc-pil heeft bijgenomen, hetgeen verklaart dat hij net alleen een colaatje heeft besteld. Hij leest voor: ‘15.25 half, 16.11 half, 16.30 kwart, 17.02 kwart, 17.30 half, 18.00 half, 18.30 kwart, 18.50 kwart, 20.10 half. Ik weet hoe dat gaat, als ik nu een frietje eet, smaakt het toch nergens naar.’

Vliegende kipvleugels

Daar is dertiger Alex, die in het dagelijks leven windturbines repareert en De Hoek beschouwt als een regelrechte A-locatie voor een laagdrempelig gesprek met een onbekende. Hoe vaak raak je in een kroeg of club nu werkelijk aan de praat met een totaal ander type?

Hij houdt ook erg van vettigheid, benadrukt zijn vriendin. ‘Ik heb hem een T-shirt gegeven met daarop de tekst: roses are red, violets are blue, frikandel speciaal, I love you.’ ‘Ik ben er gek op, ja’, zegt Alex. Hij gaat morgenochtend sporten. ‘Ik zal je eerlijk zeggen, een frikandel is de beste brandstof die je maar kan hebben.’ Hij eet er zeker drie per week.

‘Er gebeurt hier altijd iets geks’, gaat Alex verder. ‘Al-tijd. Als je niks meemaakt, dan heb je niet opgelet.’ Terwijl hij het zegt, werpt een man die op zijn stoel staat hem een stuk kip toe. De kippenvleugel eindigt op de vettige tegels. ‘Wil je? Nee, serieus, ik heb veel te veel besteld. Hoe oud ben jij?’

Het ondergekotste tafeltje is nog heel even een centraal punt van aandacht en vermaak. Kijk, daar komt iemand die net op tijd doorheeft dat ze beter een andere plek kan zoeken. ‘Ik had de ballen uit mijn broek gelachen als ze daar was gaan zitten’, roept een jongen met een guitige blik.

Dan veegt een oudere meneer die op Crocs door de zaak stiefelt om etensresten op te ruimen de tafel schoon, met een jumboformaat keukenrol en een onverstoorbare blik. Hij is nog niet klaar of een nieuwe klant schikt zich er nietsvermoedend met zijn frietje mayo. Ondertussen smeert iemand met zijn voetzool een frikandel uit die de frikandellenzwaaier ten langen leste in het gangpad heeft gegooid. De man op Crocs draait zich een kwartslag en veegt in één ruk door.

In het eten-na-het-uitgaan-schouwspel staat hij symbool voor het voortdurende verversen van viezigheid en gretigheid – onmogelijk theater voor een ijverige schoonmaker die zijn werkdag in een keurig nette snackbar begon. Of zet die amateur-antropologische bril maar gauw af en neem het gewoon waar voor wat het is: een zwijnenstal tijdens of na het bal. Een blik op de muur biedt voor iedereen de nodige relativering: ‘Puur is beter dan perfect.’

Chocomel

In 1995 vroeg de Volkskrant aan haar lezers wat de beste remedie is tegen een kater. C. Mangold uit Amsterdam schreef terug: ‘Eet van tevoren een flinke maaltijd vette macaroni, en de problemen zijn al half zo erg.’ De drinker die het zonder macaroni moet stellen, kan volgens Mangold ook zijn toevlucht nemen tot chocomel: ‘Bij het verlaten van het strijdtoneel één of twee glazen.’ Of, nog beter: ‘Na elke acht pilsjes een glas chocomel.’

Meer over

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2022 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden