In MemoriamHafid Bouazza

Zelfdestructie en scheppingsdrift, ze gingen bij Hafid Bouazza (1970-2021) lang samen

Hafid Bouazza. Beeld Hollandse Hoogte / Patrick Post
Hafid Bouazza.Beeld Hollandse Hoogte / Patrick Post

Schrijver Hafid Bouazza koesterde de romantische gedachte dat kunst voortvloeit uit een roes van drank en drugs. Die werd hemzelf fataal. Hij stierf vandaag op 51-jarige leeftijd.

Iris Pronk

Hij moest het niet hebben van de strakke verhaallijn of de ingenieuze plot. Maar de taal van Hafid Bouazza was wonderschoon, impressionistisch en kleurrijk. Neem nu deze beschrijving van Mamoerra, een blozende jonge vrouw in de roman Paravion (2003). Ze heeft een ‘lieflijke kinnekinkijn’, haar huid is blank als ‘alabaster’ en haar mond is als ‘een ibis opgerold in de sneeuw’. Om haar heen geurt het naar amandelbloesem en citroen.

Zintuiglijk is het proza van Bouazza vaak genoemd. Wie zijn boeken leest, ruikt de aroma's en ziet de beelden. Hij schilderde met woorden, al meteen in zijn debuut De voeten van Abdullah uit 1996. Dit is de eerste volzin: “De stilte ging ongemakkelijk verzitten als een schroomvallige vrouw in mannelijk gezelschap.”

Een Nederlandse schrijver

Een jonge schrijver van Marokkaanse afkomst die met een onwaarschijnlijk grote woordenschat de Nederlandse literatuur binnen denderde – Bouazza was meteen een sensatie, een hype. Wekenlang stond De voeten van Abdullah in de bestseller top-10.

Tijdens interviews moest Bouazza steeds weer uitleggen dat hij zich een Nederlandse schrijver voelde, geen Marokkaanse. Met de tussenoplossing ‘Marokkaans-Nederlands’ kon hij ook niet uit de voeten, die aanduiding “loopt tegelijkertijd op muil en klomp - en dat loopt verdomd moeilijk", constateerde hij in zijn Boekenweek-essay Een beer in bontjas (2001).

Bouazza werd geboren in Oujda, een stad in het noordoosten van Marokko. Hij was de één na jongste van zeven kinderen. Toen hij zeven was, verhuisde het gezin naar het dorp Arkel in de Alblasserwaard. Daar waren de Bouazza’s de enige allochtonen, de kleine Hafid werd op school gepest: ‘Vieze Turk, ga terug naar je eigen land’. Al gauw hij leerde terugschelden met ‘kaaskop’.

Schrepel, tuitelen, gnokken

Misschien begon met dat woord wel zijn verbluffende vocabulaire. Die breidde hij ook uit met behulp van Middelnederlandse teksten; op zijn dertiende werd hij gegrepen door het abele spel Lanseloet van Denemerken en kende hij Het Lied van Heer Halewijn uit zijn hoofd.

Schrepel, tuitelen, gnokken: ook vergeten woorden uit latere eeuwen poetste de schrijver graag op. Uitgever Annette Portegies van Querido geneerde zich weleens omdat ze sommige woorden moest opzoeken, vertelt ze: “Ik las ze bij Hafid voor het eerst.”

Ook het Engels van Shakespeare en het Arabisch van Duizend-en-een-nacht vond Bouazza prachtig. Hij ging speciaal Arabische taal- en letterkunde studeren om die Perzische klassieker in de oorspronkelijke taal te kunnen lezen. Hij vertaalde veel poëzie en schreef essays.

Daarin keerde Bouazza zich fel tegen de islam en tegen de toegeeflijke toon van het Nederlandse debat daarover; die vond hij zelfs “onderkruiperig”. Hij voelde zich meer thuis bij islamcritici als Ayaan Hirsi Ali en Theo van Gogh.

Down the drain

Intussen deed hij ook iets anders: mateloos drinken en drugs gebruiken. Vooral absint dronk hij graag: een gifgroene, zeer sterke drank die ook populair was bij Franse dichters als Paul Verlaine en Charles Baudelaire. Zijn vaste consumptie bestond jarenlang uit één fles absint per dag en twintig bier. Vaak snoof hij er coke bij. In 2010 werd hij acuut opgenomen in het ziekenhuis met een verwoeste lever.

Op de vraag waarom hij zichzelf kapot dronk, antwoordde Bouazza in 2012: “Down de drain gaan is niet zo erg hoor. Ik zie nog steeds eerlijk gezegd niet wat daar mis mee is.” Voor hem was de roes een noodzakelijke voorwaarde voor het scheppen van kunst: een romantisch uitgangspunt. Schrijven was voor hem een ‘innerlijk hallucineren’.

Zelfdestructie en scheppingsdrift, ze gingen bij Bouazza lang samen. Volgens uitgever Portegies was hij ‘gulzig in alles’. Op zijn programma stonden nog een roman en een verhalenbundel voor uitgeverij Hollands Diep. En samen met kunstenaar Marlene Dumas werkte hij voor Querido ook nog aan een derde boek: een vertaling van de poëzie van Baudelaire, die zij zou verbeelden.

Maar de vernietiging was niet meer te stoppen. Bouazza overleed vandaag aan de gevolgen van zijn decennialange roes. Hij laat twee zonen van 17 en 23 jaar achter.

Lees ook:

Hafid Bouazza: oer-Hollandse jongen met een passie voor middeleeuwse literatuur

Wie de tijd heeft, zou het nieuwe boek ‘Meriswin’ van Hafid Bouazza twee keer moeten lezen. Hardop. Want de kracht zit hem in de klanken, de kwinkslagen, de vele lagen waaruit het is opgebouwd. De combinatie van poëzie en alledaagse taal. De humor. Een heldere plot ontbreekt. Dat komt niet door zijn delirium, haast hij zich te zeggen, die acuut optredende verwardheid door leverfalen, waarmee hij in 2011 werd opgenomen.

Meer over

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2022 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden