„Mensen krijgen ook stress van ambities, dromen, dingen die ze willen maar niet kunnen.”

Foto Lars van den Brink

Interview

‘Niemand weet écht wat een burn-out is’

Christiaan Vinkers | Psychiater Het wemelt van de mensen die behandelingen aanbieden voor burn-outs, maar wetenschappelijk is onduidelijk wat werkt.

Dik 1,2 miljoen werknemers in Nederland hebben burn-outklachten. In boekhandels liggen stapels zelfhulpboeken over burn-out, duizenden coaches bieden in vlogs en blogs hun oplossingen aan. Maar de diagnose burn-out bestaat niet, zegt psychiater Christiaan Vinkers (42). Dat is zijn conclusie na een zoektocht naar de wetenschappelijke basis van het fenomeen – die blijkt uiterst wankel.

„In mijn wereld als psychiater komt het fenomeen niet voor – het staat niet in het handboek voor psychiatrie, de DSM-5, het komt niet aan bod in de opleiding.” Maar als wetenschapper kreeg hij er vragen over. Vinkers is hoogleraar stress en veerkracht in het Amsterdam UMC, hij onderzoekt of je kunt voorspellen wie er psychiatrische klachten ontwikkelt door stress. „Ik wilde uitzoeken hoe het zat”, vertelt hij in de voorkamer van zijn huis in De Bilt, terwijl hij koffie serveert uit een Nespresso-apparaat op een provisorisch tafeltje in een hoek. Het gezin Vinkers leeft door een verbouwing al weken zonder keuken. De boel omgooien en opnieuw definiëren, dat is ook wat hij met de diagnose burn-out wil doen. Hij schreef er een boek over, In de ban van burn-out, dat vorige maand verscheen.

Hoe meer Vinkers erover las, hoe minder hij ervan begreep. „Er zijn zoveel verschillende cijfers, bevindingen en labels. Overspanning, neurasthenie, surmenage, aanpassingsstoornis. Er is geen overeenstemming. De bedrijfsarts, de verzekeringsarts, de huisarts, de praktijkondersteuner, de arbeidsorganisatiepsycholoog en de stress-coach, iedereen heeft zijn eigen opvatting over wat het is.”

Het meeste fascineert hem, in al die onzekerheid, de stelligheid waarmee zelfverklaarde burn-outexperts – vaak ervaringsdeskundigen – online, in boeken en op tv vertellen hoe het zit.

Ja, in grote lijnen weet iedereen wel wat ermee bedoeld wordt. Iemand heeft te lang te veel stress gehad, het overbelaste lichaam is uit balans. „Maar dat is bij een depressie of angststoornis ook vaak zo. En soms ook bij een hartaanval. Als burn-out een aparte ziekte is, moet je dat vast kunnen stellen. Dat kunnen we niet. Depressie en angst kunnen we betrouwbaar vaststellen met gestructureerde klinische interviews, voor burn-out bestaan die niet.”

Hypnosesessies

En dat is erg. „Zolang je niet weet wat het is, blijft het een vrije markt voor behandelaars.” Vooral dat is Vinkers een doorn in het oog. „Als je op internet gaat zoeken op burn-outbehandeling, raak je helemaal in verwarring.” Hij deed zich per e-mail voor als een overwerkte manager en kreeg de meest uiteenlopende adviezen, van natuurwandelingen en hypnosesessies tot maandenlange opnames of midweken op een hoeve ‘waar je krijgt wat je nodig hebt’. „Het meest verbazingwekkend? Dat mensen beloven dat ze je gegarandeerd in dertig dagen van je burn-out afhelpen. Belachelijk.”

Let wel, de klachten zijn natuurlijk reëel, zegt Vinkers. „Als je echt een burn-out hebt, is dat een rotperiode. Je zit gemiddeld driehonderd dagen ziek thuis. Maar als niemand het betrouwbaar kan vaststellen, dan kun je er nooit achter komen hoeveel mensen in Nederland een burn-out hebben, en welke behandelingen helpen.”

Eén op de zes werknemers heeft burn-outklachten, 1,2 miljoen mensen, meten instanties als TNO. Media smullen van die alarmerende cijfers, maar we hebben er niets aan, zegt Vinkers. „Ze meten burn-outkláchten, met maar vijf vragen. Als je twee keer per maand tegen je werk opziet dan heb je ze al. Die klachten voorspellen ook helemaal niet wie er daadwerkelijk een burn-out zal krijgen. Slechts enkele tienduizenden zitten thuis met een burn-out.”

Kukel

Wat hébben al die mensen dan? Dat weten we niet zo goed, zegt Vinkers. „Maar we zien superveel overlap met depressie en angststoornis. In een onderzoek vulden dertig mensen met een depressie en dertig mensen met een burn-out allemaal twee vragenlijsten in, voor depressie en voor burn-out. Je kon ze op geen enkele manier van elkaar onderscheiden.” Dus het is bij een deel depressie, bij een deel een voorstadium daarvan, en misschien bij een deel nog iets anders. „Als je dat beter in kaart wilt brengen, moet je investeren in gedegen onderzoek.”

In de VS beschouwen ze het als een voorstadium van depressie. „Dat zou kunnen. Ieder mens heeft een kantelpunt wanneer stress te veel wordt. Voor dat punt zijn het gewone stressklachten, die horen bij het leven. Daar hoef je niet voor naar de huisarts of psycholoog. Kukel je er overheen, dan juist wel. En niet naar een coach of naar een of andere hoeve.” Als burn-out een depressie is, betekent dat niet dat een arts antidepressiva moet geven, benadrukt Vinkers. „Bij een kortdurende depressie ligt het meer voor de hand om te kijken of je iets aan stressoren kunt doen - je leven anders inrichten, cognitieve gedragstherapie. Maar bij langdurig lichte depressieve klachten kun je wel baat hebben bij antidepressiva.”

Vinkers pleit voor een andere, transdiagnostische kijk op stress. Bij elke psychiatrische aandoening speelt stress een rol, zegt hij, en bij andere ziektes ook. „We moeten ons richten op de stress op de weg vóór dat kantelpunt.” Stress is per definitie biologisch én psychisch, en de omgeving speelt ook mee. „Om er iets aan te doen, kun je kijken naar de omgeving: de mensen om je heen, de werkgever, de overheid. Naar de psychologie: hoe ga je om met moeilijkheden? En biologisch, naar het stresshormoon cortisol en de andere onderdelen van het stressorkest in ons lichaam.”

Grenzen bewaken

In het laatste hoofdstuk van zijn boek geeft Vinkers suggesties voor wat overspannen mensen kunnen doen. Het was het moeilijkste om te schrijven. „Ik wilde geen zelfhulpboek schrijven – dan zou ik net zo zijn als die zelfverklaarde experts.”

Opvallend veel suggesties richten zich op de binnenwereld: mild zijn voor jezelf, je grenzen bewaken, niet op de automatische piloot leven, onzekerheid accepteren. Dat verbaasde zelfs de psychiater. „De binnenwereld bleek als aanjager van stress een veel grotere rol te hebben dan ik dacht. Stress komt niet alleen van buiten. Mensen krijgen ook stress van ambities, dromen, dingen die ze willen maar niet kunnen.”

Concrete tips geeft hij bewust niet. „Ik wil niet zeggen wat mensen moeten doen – hardlopen, mindfulness, lummelen, goed slapen – zulke tips zijn zo gratuit. In alles zit een kern van waarheid. Maar er staat nooit: ga lekker met je vrienden de kroeg in. Dat helpt mij best goed, moet ik zeggen. Ik wil mensen laten nadenken en zelf conclusies trekken. De belangrijkste tip is dus: gooi dit boek weg. Lees het, en onderzoek dan zelf wat jij nodig hebt om met jouw stress om te gaan.”

Christiaan Vinkers: In de ban van Burn-out – over de grenzen van stress. Prometheus. 328 blz. €23,50