Laat maar, denkt Bart de Beurs wanhopig in de hoge witbetegelde hal van het Amsterdam UMC. Het werkt toch niet. Ik draai me om, ik stap eruit. Het is toch allemaal voor niets: de hersenscans van zijn 68 jaar oude brein. De operatie een paar weken geleden, waarbij zijn hoofd acht uur lang in een onwrikbaar metalen frame aan de operatietafel zat vastgeschroefd. De twee gaten die in zijn schedel zijn geboord. De elektrodes die diep in zijn brein zijn geprikt, het snoertje dat onder de huid van zijn hals is weggewerkt, het pulsapparaatje dat in de holte onder zijn linker sleutelbeen is geïmplanteerd. Zijn ogen zoeken de warme blik van Ria. Hij weet het zeker. Hij gaat die formulieren regelen. Hij wil dood.
Eerst maar eens koffie, besluit Ria. En dan stappen ze samen toch maar de lift in, naar de spreekkamer van psychiater Pelle de Koning. Die zit klaar achter zijn iPad. Nauwelijks zijn ze over de drempel of De Koning tikt de instellingen in voor het pulsapparaatje in het lijf van Bart. Daar zweeft zijn wijsvinger boven de toets met ‘enter’…
Veertig jaar lang begint elke dag voor Bart met het afwerken van een lijstje. Dingen die hij moet doen. Mensen die hij moet bellen. Zijn broer om te checken of die wel een goede autoverzekering heeft. Zijn zwager om te checken of hij de dakgoot wel heeft schoongemaakt zodat er geen lekkages ontstaan. Werknemers om te vragen of ze wel aan die belangrijke verzekeringsclausule hebben gedacht. Zakenrelaties.
Vaak zijn de lijstjes dezelfde als die van de vorige dag. Hij schrijft ze telkens opnieuw, om alle erbij gekrabbelde aantekeningen en doorhalingen netjes onder elkaar te zetten. Toch nog even nabellen. Dat nog even checken. Hier nog achteraan. Zijn secretaresse vraagt hij drie, vier, vijf keer hetzelfde. Ze verwondert zich er wel over. Maar ja, hij is verzekeringsdirecteur van een internationaal bedrijf. Risico’s vermijden is een van de belangrijkste functievereisten.
Lijstjes van lijstjes van lijstjes
Maar waar de meeste mensen rust krijgen van het afvinken van een lijstje, vindt Bart alleen rust tijdens het maken van een lijstje. Zodra hij zijn pen van het papier haalt, neemt de angst toe. Heb ik het wel goed gezegd? Heb ik het wel goed begrepen? Heb ik het wel goed opgeschreven? Moet ik het niet nog eens navragen? Het worden lijstjes van lijstjes van lijstjes. Hij moet nóg een keer bellen, nóg een keer checken. Het is de enige manier om zijn angst te beteugelen, om er niet gek van te worden.
Niemand in zijn omgeving weet hoe erg het is, niet zijn ouders, niet zijn schoonouders. Niet zijn collega’s bij de assurantieafdeling van Gist-Brocades in Delft, of zijn werkrelaties. Voor hen is hij gewoon een veeleisende, vasthoudende verzekeringsdirecteur, of een belangrijke klant. Daar ga je niet tegenin. Voor zijn familie en vrienden is hij degene die gedoe met geld of de belastingdienst regelt, die alles onder controle heeft. Ze vinden hem een zeurpiet misschien, een lastpak soms. Dat weet Bart wel. Maar zijn drang om te controleren is sterker dan zijn schaamtegevoel over het drammen.
:format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84643395-017935.jpg|https://images.nrc.nl/I0UNigDRRwFctaQh8sc3nJ2wxDo=/1280x/filters:no_upscale():format(webp)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data84643395-017935.jpg)